(1) De stillegging heeft een onmiddellijke uitwerking. Dit had voor gevolg dat op de stilgelegde werf geen enkele werkzaamheid meer mocht worden uitgevoerd. (...) Pas wanneer een bevel tot staking niet bekrachtigd wordt komt het te vervallen, De bekrachtiging is een voorwaarde voor de bestendiging van de afdwingbaarheid van het stakingsbevel en niet voor de afdwingbaarheid van het stakingsbevel zelf (zie art. 154 DRO). (...) De bekrachtiging van het stakingsbevel moet de doorbreking ervan in de tijd niet voorafgaan. (...) Een doorbreking van een tijdig bekrachtigd stakingsbevel kan altijd aanleiling geven tot een administratieve geldboete, ongeacht of de doorbreking vóór of nà de bekrachtiging plaats vindt.   -  (2) Een burgemeester kan zich voor het toelaten van werken na een stakingsbevel (a posteriori) niet beroepen op artikel 133 en 135 §2 van de Nieuwe Gemeentewet als het beweerd gevaar voor de openbare veilighetd dat dreigde niet is aangetoond. Appellant had wel degelijk de mogelijkheid aan de beweerd onveilige situatie een einde te stellen binnen de contouren van het bekrachtigd stakingsbevel. (...)  Als burgemeester moet appellant eerst voldoende feitelijke gegevens verzamelen alvorens een politiemaatregel te kunnen nemen. Appellant heeft desbetreffend niet de minste 'feitelijke gegevens' verzameld.  - (3) Appellant is strafbare 'deelnemer' aan het misdrijf van de doorbreking van het stakingsbevel. Zoals gezegd handelde hij bulten het mandaat van zijn ambt en misbruikte hij zijn bevoegdheid.