De vergunningsplicht voor gewoonlijk gebruik, ingevoerd op 1 mei 2000, heeft onmiddellijke werking. Vanaf deze datum kan een bestaand gewoonlijk gebruik eerst worden voortgezet na het bekomen van de vereiste vergunning. Het staken van een onvergund gewoonlijk gebruik, bovendien in strijd met de gewestplanbestemming, is preventief. De rechter in kort geding beoordeelt de opportuniteit van het stakingsbevel en de bekrachtigingsbeslissing slechts marginaal.