Het hof wijst tevens op het feit dat de vastgestelde gebreken (zie opsomming aanvankelijk proces-verbaal) van die aard zijn dat zij zeker niet ontstaan zijn op enkele jaren tijd door enkel gebruik door de huurders maar dat zij duidelijk een structureel probleem in de woning betroffen. Inzake waren beide beklaagden, in de periode van de tenlastelegging statutair zaakvoerder zodat zij konden handelen in naam en voor rekening van de vennootschap BVBA … zodat zij beiden "lasthebber" waren in de zin van voormeld artikel. Het feit dat het de beklaagde 1 was die de BVBA vertegenwoordigde bij het ondertekenen van de huurcontracten, doet geen afbreuk aan het feit dat de beklaagde 2 ook als lasthebber inzake aanzien wordt, nu hij ook in naam van en voor rekening van de vennootschap kon handelen nu hij daartoe de nodige beslissingsbevoegdheid had. De door de Illegalen maandelijks betaalde huurprijs van 500 euro was In hoofde van de beklaagden een abnormaal profijt nu het verhuren van een woning, zich in dergelijke erbamielijke omstandigheden bevindend dat deze onbewoonbaar werd verklaard, in wezen reeds op zich een abnormaal profijt uitmaakt, zeker nu deze woning (met de kamers) niet verhuurbaar meer was op de reguliere vvonlngmarkt. Vermits duidelijk is dat door enkel werken te bevelen, waardoor de gebreken aan de woning zouden worden weggewerkt, de stedenbouwkundige inbreuk nog zou blijven bestaan, meer bepaald het wederrechtelijk gebruik als kamerwoning, gaat het hof in op de door de Wooninspecteur geformuleerde vordering, meer bepaald: te bevelen dat een andere bestemming wordt gegeven aan het goed overeenkomstig de VCRO ofwel het slopen van de woning.