Art. 20 §1 van de Vlaamse Wooncode d.d. 15 juli 1997, zoals gewijzigd bij art. 8 van het Decreet d.d. 7 juli 2006, bepaalt dat… Inzake wordt dus geen onderscheid gemaakt of de woning dient als hoofdverblijfplaats of niet. Zowel voor de toepassing van de Vlaamse Wooncode als van het Vlaams Kamerdecreet is het feit dat hij deze kamers gratis zou ter beschikking gesteld hebben en dus niet "verhuurd" hebben tegen betaling, niet relevant. Beide decreten zijn van toepassing op "het ter beschikking stellen voor bewoning" van woningen en dus niet alleen op "verhuurde" kamers, dus tegen betaling. (...) Het feit dat aldus door de beklaagde geen geldelijke vergoeding zou ontvangen zijn voor deze terbeschikkingstelling van de kamers is niet van belang voor de strafbaarheid van de hem ten laste gelegde feiten.