Hof van Beroep Brussel | 14-01-2013

Referentie:
LE 004.2010
Type rechtbank:
Hof van Beroep
Jurisdictie:
Brussel
Trefwoorden per materie:
Begrip 'kennelijke onredelijkheid'
Wonen

Terecht stelt de wooninspecteur dat de voormelde vordering blijft gelden, ook al werd vastgesteld in een later proces-verbaal dat aan bepaalde gebreken werd verholpen. Vanuit de finaliteit van de herstelvordering en gelet op de kwalificatie van de herstelvordering als bijzondere vorm van teruggave, dienen alle gevolgen van het misdrijf weggewerkt te worden (zie T.Vandromme, Verhuur van krotwoningen, Strafrecht en Strafvordering, Commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Kluwer, 2008. nr. 123). Het is dan ook ten onrechte dat de eerste rechter overweegt dat het wegwerken van het gebrek van de steile trap, gelet op de beperkte mogelijkheid aan uitvoeringswijze om dit te doen (wijze die ingrijpend is en hoge kosten meebrengt), kennelijk onevenredig is tot de beoogde veiligheidsmaatregel. Het komt gepast voor ook dit onderdeel van de herstelvordering gegrond te verklaren teneinde te voorzien in een woning die volledig voldoet aan de woonkwaliteitsnormen.