Hof van Beroep Brussel | 06-03-2017

Referentie:
LE 030.2012
Type rechtbank:
Hof van Beroep
Jurisdictie:
Brussel
Trefwoorden per materie:
Herstelplicht
Overschrijving
Wonen

Artikel 6.2.1, vierde lid, VCRO bepaalt dat de gedinginleidende akte de kadastrale
omschrijving van het onroerend goed dat het voorwerp is van het misdrijf en de identiteit
van de eigenaar ervan dient te vermelden, "in de vorm en onder de sanctie, voorgeschreven
door de wetgeving inzake de hypotheken". Deze sanctie bestaat er conform artikel 143
Hypotheekwet in dat de hypotheekbewaarder mag weigeren de akte over te schrijven,
wanneer genoemde formaliteiten niet zijn vervuld. Op basis van deze bepaling is er geen
reden om de strafvordering niet ontvankelijk te verklaren als de overschrijving eenmaal
plaatshad. Noch de niet-behoorlijke of zelfs verkeerde omschrijving van het onroerend
goed, noch de gebrekkige identificatie van de eigenaar tasten daarbij de regelmatigheid
van de overschrijving In het hypotheekkantoor aan en hebben derhalve invloed op de
ontvankelijkheid van de strafvordering.
Dit geldt ook voor inbreuken op de Vlaamse Wooncode, gelet op de corresponderende
inhoud van artikel 6.2.1 VCRO en artikel 20ter de Vlaamse Wooncode.

Onterecht argumenteren beklaagden dat de herstelvordering m.b.t. het perceel te
(...), aldaar gelegen en gekadastreerd (...), zonder voorwerp is geworden omdat "dit pand (...)
volledig werd uitgebrand".
Immers ligt geen gegeven voor dat toelaat aan te nemen dat het pand geheel werd
aangetast door brand. Het strafdossier laat niet toe zulks aan te nemen. De
omstandigheid dat het navolgend proces-verbaal van vaststelling d.d. 3 november
2015, waaruit blijkt dat slechts een gedeelte van het pand is aangetast door brand,
nietig zou zijn, zoals beweerd wordt door beklaagden, verandert daaraan niets.
Aangezien de finaliteit van de herstelvordering betrekking heeft op de verbetering van
de woonkwaliteit, moet de rechter alsnog het herstel bevelen indien de gebrekkige
woning of kamer inmiddels niet meer verhuurd of ter beschikking gesteld wordt en er
dus geen misdrijf meer is. Er anders over oordelen holt het instrument van de
herstelvordering volledig uit, aangezien de overtreder dan gemakkelijk aan de
herstelverplichting zou kunnen ontsnappen door de verhuur of terbeschikkingstelling
tijdelijk stop te zetten.