Hof van Beroep Antwerpen | 26-06-2013

Referentie:
WI 7097.002
Type rechtbank:
Hof van Beroep
Jurisdictie:
Antwerpen
Trefwoorden per materie:
Met toestemming
Stopzetting van verhuring
Begrip 'kennelijke onredelijkheid'
Overschrijving
Wonen

Noch art. 20ter van de Vlaamse Wooncode noch art. 17ter van het Kamerdecreet schrijven voor dat een dagstelling in graad van hoger beroep op straffe van onontvankelijkheid dient te worden overgeschreven in het hypotheekkantoor. Volgens deze artikelen is enkel vereist dat de dagvaarding voor de correctionele rechtbank of het exploot tot inleiding van het geding dient te worden overgeschreven in het hypotheekkantoor, hetgeen is gebeurd. Tevens blijkt dat de bewoners van de panden schriftelijk hun toestemming gaven om de studio/kamer te bezichtigen zodat de wooninspecteur de nodige vaststellingen kon doen (zie bijlagen aan het pv van 7/09/2009) . Het feit dat de uitvoering van de controle proportioneel moet zijn, is een voorwaarde die niet in de Vlaamse Wooncode noch in het Kamerdecreet als bijkomende voorwaarde wordt opgelegd. De huiszoeking van 11 mei 2009 is derhalve regelmatig en de vaststellingen die daar uit voortvloeien zijn regelmatig zonder dat er sprake is van een schending van, het principe van onschendbaarheid van de woning. Het feit dat sinds januari 2010 het pand niet meer wordt verhuurd en er geen misdrijf meer is, doet eveneens geen afbreuk aan de vaststelling dat de rechter alsnog een herstelmaatregel moet bevelen teneinde te vermijden dat de overtreder slechts tijdelijk de verhuring stopzet en op deze wijze zou ontsnappen aan de herstelverplichting. Ten onrechte houden beklaagden voor dat het opleggen van een herstelmaatregel tot onbillijke consequenties zou leiden. Immers, beklaagden hebben het pand verkocht wetende dat het pand ongeschikt en onbewoonbaar was verklaard door de burgemeester bij beschikking van 14 december 2009. Bij verhoor op 29/09/2009 engageren beklaagden zich overigens om renovatiewerken uit te voeren, doch zij komen hun beloftes niet na en verkopen. Beklaagden hebben zichzelf derhalve in die toestand gebracht door een ongeschikt en onbewoonbaar pand te verkopen. Dat het pand ondertussen is verkocht bij akte verleden op 3/08/2010, doet geen afbreuk aan de mogelijkheid tot het opleggen van een herstelverplichting nu de vordering daartoe in rem werkt.