Ontbossing en vegetatiewijziging zonder vergunning van een perceel opgenomen in het RUP Stadspark voor uitbreiding van het stadspark en waarbij zowel de oorspronkelijke eigenaar-verkoper als de nieuwe eigenaar-koper als bedrijven, al dan niet in onderaanneming, betrokken zijn.
BEVOEGDHEID: Overtredingen op het Bosdecreet behoren in principe tot de bevoegdheid van de politierechter doch gelet op de samenhang met de overige Inbreuken waarvoor de correctionele rechtbank bevoegd is, is de correctionele rechtbank, zijnde het rechtscollege met de ruimste bevoegdheid, bevoegd om kennis te nemen van de verschillende tenlasteleggingen, waaronder ook de inbreuken op het Bosdecreet.
BOS: Op het terrein is een verwilderd bos ontstaan en de bomen hadden de gemiddelde hoogte van vier meter ruim overschreden en hadden reeds een ruime diameter bereikt op het ogenblik van de ontbossing. Dat het bos een bijzondere waarde en functie had blijkt ook uit de opname van het perceel In het RUP Stadspark voor uitbreiding van het stadspark.
Bossen helpen mee het klimaat te reguleren en zuiveren de lucht. Vlaanderen, dat bovendien een bosarme regio is, heeft nood aan een goede regulering en handhaving van de ter zake geldende wetgeving.
STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID:
- Dat er een ontbossing kon plaatsvinden In dergelijke grote bedrijven zonder vergunning wijst op een gebrekkige interne organisatie waarbij voorafgaand niet de nodige stukken werden verzameld, opgevraagd of ingekeken alvorens tot actie over te gaan. Deze fouten maken eigen fouten uit van de rechtspersonen en kunnen de rechtspersonen worden toegerekend.
- De VCRO of het DABM stelt ook niet de fysieke handeling op zich strafbaar (de werknemer op zich die de bomen uitdoet is niet strafbaar), maar de miskenning van de vergunningsplicht. Het is de eigenaar/exploitant die de vergunning moet aanvragen en de aannemer die moet nagaan of er een vergunning Is.
- de nieuwe eigenaar kan zich er niet achter verschuilen dat de werken pas werden uitgevoerd nadat de eigendom was overgegaan en dat het eigenlijk de bedoeling was dat de werken eerder werden uitgevoerd.
- De opdrachtgever gaf via mail zijn akkoord en kan er zich niet achter verschuilen dat het nooit zijn bedoeling zou geweest zijn om zoveel gewassen te verwijderen. Beklaagde heeft zich blijkbaar niet de moeite getroost om samen met de uitvoerders ter plaatse te gaan, de opdracht duidelijk op papier te zetten en was niet aanwezig op het
moment van de uitvoering. Beklaagde was blijkbaar ook niet gealarmeerd door de duidelijke bewoordingen In de email/prijsofferte waarover hij zijn akkoord gaf. Deze extreme
nonchalance maakt geenszins een dwaling of onoverwinnelijkheid of onschuldige onwetendheid uit, maar is een grove nalatigheid in hoofde van de rechtspersoon.
- Aannemer en onderaannemer mochten er niet zomaar vanuit gaan dat er een vergunning was omdat de opdrachtgever een grote speler was waarmee zij al lang zonder problemen samenwerken. Zij moesten als uitvoerder nagaan of er een vergunning was alvorens met de werken te starten. Door deze aanzienlijke werken uit te voeren zonder vergunning handelden aannemer en onderaannemer in strijd met wat een normaal voorzichtig en vooruitziend persoon in dezelfde omstandigheden zou hebben gedaan. Beklaagden wisten beiden dat er een vergunning nodig was en uit niets blijkt dat zij zich voldoende geïnformeerd hadden op voorhand of verkeerd geïnformeerd waren.
- Het feit dat de feiten gepleegd zijn door professionals is een verzwarende omstandigheid.
SCHADEVERGOEDING:
- één van de burgerlijke partijen is een vereniging die natuurwaarden zoals behoud van bossen beoogt te beschermen maar is in de eerste plaats een jeugdbeweging. De rechtbank kent een schadevergoeding toe maar houdt hierbij rekening met de specifieke statutaire doelstellingen van de burgerlijke partij waarbij de rechtbank vaststelt dat de hoofddoelstelling niet de bescherming van de natuur op zich Is, maar het verenigen van jongeren die interesse hebben voor de natuur. De burgerlijke partij is dus in de eerste plaats een jeugdbeweging. Het ontboste perceel was geen speelbos.